vrijdag, juli 28, 2006

Grote Mogendheid door Bart TROMP in Elsevier, 28 juli 2006.

De top van de zogenoemde G8 eerder deze maand in Sint-Petersburg was weinig meer dan een partijtje om de Russische president Vladimir Poetin te laten gloriëren. Besluiten van enig belang kwamen niet tot stand en over de kwestie die plotseling de agenda aanvoerde, de nieuwe oorlog in het Midden-Oosten, kwamen de leiders niet tot een gemeenschappelijk standpunt, behalve een slappe verklaring dat het allemaal erg was en moest ophouden.

De G7 is een gezelschap van democratieën. De G8, met Rusland erbij, is dat niet. Poetin hoefde op deze top echter geen kritiek te verwachten op zijn autoritaire politiek. Van de Amerikaanse president George W. Bush kreeg hij te horen dat democratie in Rusland er best heel anders kan uitzien dan een gewone democratie, waarop Poetin repliceerde dat hij zeker geen democratie als in Irak voor zijn land wenst. Daarop had geen Bush geen antwoord.

Zo markeerde de top ogenschijnlijk de terugkeer van Rusland als Grote Mogendheid, en dat was precies wat Poetin voor ogen stond. De stabiliteit van zijn bewind heeft haar vruchten opgebracht. De Russische economie groeit en bloeit, de buitenlandse schuld slinkt, de nog steeds immense armoede loopt geleidelijk terug. Vlak voor de top werd de boosaardigste en bekwaamste Tsjetsjeense rebellenleider uitgeschakeld, alsof het zo was besteld. Anders dan in de laatste jaren van president Boris Jeltsin is er geen twijfel over het centrum van de politieke macht. De 'oligarchen’ zijn politiek uitgeschakeld, zitten in het gevang (Michail Chodorkovski) of zijn gevlucht (Boris Berezovski). De nieuwe machtspositie van het Kremlin vertaalt zich ook in de groeiende invloed die het uitoefent in de voormalige Sovjet-republieken in Centraal-Azië, in de steun voor zo’n zelfde dictatuur in Wit-Rusland, en de slinkse pogingen tot destabilisatie in landen die een andere richting zijn ingeslagen: Oekraïne, Georgië, Moldavië.

Maar de macht van Poetins Rusland is vooral gebaseerd op gas en olie. De gestegen wereldprijzen verklaren de Russische rijkdom, niet nieuwe producten met hoge toegevoegde waarde voor de wereldmarkt. De sterke staat van Poetin berust op een fragiele basis met ingebouwde corruptie. Echte economische ontwikkeling wordt geremd door een gebrekkig rechtssysteem, zowel waar het wetten als waar het rechters betreft. Wie naar de samenstelling van de Russische export kijkt, ontwaart naast olie en gas vooral andere grondstoffen – het exportpakket van een ontwikkelingsland, hoeveel winst het ook mag opbrengen. De Russische infrastructuur is verwaarloosd; zelfs bij het vervoer van het zwarte goud gaat een zeer groot deel van de olie verloren door lekkages van het pijpleidingsysteem.

Potentieel is Rusland een rijk land. Het beschikt over de meeste natuurlijke hulpbronnen ter wereld en een goed opgeleide bevolking. Maar de huidige Russische economie stimuleert te weinig ondernemingszin en ondernemers, ze is in veel opzichten wat marxisten vroeger 'compradorkapitalisme’ noemden. Een economie waarin grondstoffen worden geëxporteerd zonder dat daar innovatie en productieve investeringen tegenover staan.

Maar zelfs als Rusland erin slaagt een andere weg in te slaan, dan nog zal het niet in staat zijn een zelfstandige positie als wereldmogendheid te herwinnen. (Je zou de geschiedenis van Rusland vanaf Peter de Grote kunnen interpreteren als een lange reeks pogingen de plaats van grote mogendheid in het statenstelsel te verkrijgen en te handhaven, pogingen die keer op keer uiteindelijk zijn mislukt, met het communistisch experiment als laatste voorbeeld.) De voornaamste factor hier is dat het geografische Rusland te groot is voor een te kleine bevolking, die al lang met zo’n 750.000 mensen per jaar slinkt, vooral als gevolg van de abominabele gezondheidstoestand van Russische mannen. Hun levensverwachting ligt nu beneden de 60 jaar.

Reeds zijn de contouren van een toekomstige wereldorde zichtbaar, waarin drie grote economische en op den duur ook politieke blokken ontstaan: Noord-Amerika, Europa en Oost-Azië. Er is geen sprake van dat Rusland in de toekomst ten opzichte van deze blokken een zelfstandige positie kan handhaven.

Het dunbevolkte Siberië kent nu al jarenlang een illegale immigratie van vele honderdduizenden Chinezen per jaar. Een mogelijkheid is dan ook dat Rusland op den duur zal bestaan uit een Europees en een Aziatisch deel. De vraag die in de komende vijftig jaar voor ligt, is of Rusland deel gaat uitmaken van Europa, dan wel van het Oost-Aziatische blok.

Bron: Elsevier